Audioboard: een billboard op de radio, vaak 5 of 10 seconden, waar het product duidelijk benoemd wordt
Basisjaarprijs: afhankelijk van bestedingsaandeel en hoogte van het budget
Budget: een bepaald bedrag dat ingezet mag worden voor de campagne
Billboard: een korte TV-spot, vaak van 5 of 10 seconden, waar het product duidelijk in beeld komt; een sponsorvermelding voor en na een programma. Vaak inclusief de zin “Dit programma wordt mede mogelijk gemaakt door..”
(Inkoop) doelgroep: een subgroep van de populatie ingedeeld op achtergrondkenmerken zoals leeftijd, geslacht en sociale klasse (bijv. de doelgroepen 25-54 jaar, boodschappers+kind)
Doelgroepindex: hoe makkelijk de doelgroep te bereiken is; hoe moeilijker, des te hoger de index – wordt per exploitant bepaald
Evaluatie: nagaan of de campagne de doelstelling heeft behaald of niet
Exploitant: waar het medium zichtbaar wordt gemaakt, bijvoorbeeld RTL of het Parool
Exposure: blootstelling
Gross rating point (GRP): kijkdichtheid binnen de doelgroep. 1 GRP = 1% van de doelgroep die je 1 keer bereikt.
Gemiddelde contact frequentie (GCF): het gemiddeld aantal keren dat de bereikte personen binnen de doelgroep de spot hebben gezien/gehoord
Kijkdichtheid: het gemiddeld percentage kijkers binnen de doelgroep gedurende het programma
Maandindex: elke maand heeft een eigen prijs; januari is bijvoorbeeld goedkoper dan oktober – staat vast
Marktindex: wordt bepaald door de zenders en hangt af van vraag en aanbod- wordt per maand bepaald en valt tussen de 90 en 110
Marktaandeel: het percentage van het totaal aantal personen dat TV kijkt in een doelgroep
Medialandschap: adverteren kan op de volgende vijf media: TV, print, online, out-of-home en radio
Netto bereik/1+ bereik: het percentage personen binnen de doelgroep die (na de campagne) minimaal 1 keer geconfronteerd is met de commercial/billboard
Out-of-home (OOH): posters, snelwegmasten, abri’s
Pakketindex: hoe meer sturingmogelijkheden naar bepaalde blokken, des te hoger de index- wordt bepaald per zender
Spot: een TV- of radiospot, meestal van 15 tot 30 seconden
Spotlengte-index: een generieke index die tussen de 40 (5 sec) en 180 (60 sec) fluctueert – wordt bepaald per zender